Identiteitskaart
- Grootte reu
64 tot 68 cm
- Grootte teef
60 tot 64 cm
- Gewicht reu
44 tot 50 kg
- Gewicht teef
40 tot 45 kg
- Kleur
Zwart, licht, middel of donker fawn (geelbruin), leigrijs, licht of donkergrijs, lichtrood
- Haar
Kort
- Levensduur
Gemiddeld 9 tot 12 jaar
- Risico op ziekten
Kans op de erfelijke aandoeningen elleboogdysplasie of heupdysplasie
Oorsprong van de cane corso
De cane corso, ook wel Italiaanse mastiff of Italiaanse molosser genoemd (officieus), is van oorsprong een boerderijhond met meerdere functies zoals het bewaken en hoeden van vee en het jagen op beren en op wilde zwijnen. In vroegere tijden was de cane corso een oorlogshond van het Romeinse legioen en de hond van Romeinse spelen tegen de leeuw. Het ras is erkend als het 14de Italiaanse ras en is niet langer bedreigd.
Het dier is familie van andere Italiaanse mastiff, de mastino napoletano, die zwaarder en veel minder flexibel is. In het midden van de 20ste eeuw, toen de Napolitaanse mastiff werd erkend, was zijn andere naam ook cane corso. De oorsprong gaat terug tot het oude Rome: de cane corso was zo sterk en toegewijd dat hij werd gebruikt om leeuwen terug te drijven naar hun verblijf na hun optreden in het Colosseum. Later werd het ras gebruikt om groot vee te hoeden op boerderijen in Zuid-Italië.
Het opvoeden en trainen van de cane corso
Dit hondenras vraagt om een goede en stevige opvoeding en training. Onder de dogachtigen is de cane corso één van de vlottere en makkelijker trainbare types. De hond accepteert zijn baas, maar is ook zelfstandig en gaat er graag alleen op uit. Zijn baas moet daarom ook echt de baas over hem zijn, en socialisatie en hondentraining zijn bovendien noodzakelijk. Gelukkig staat de hond daar volledig voor open, hij leert graag. Om enkele basiscommando’s aan uw hond te leren, kan je dit artikel over hondentraining lezen. Het is belangrijk om een consequente opvoeding te hanteren. De cane corso is leer- en nieuwsgierig. Ontdek daarom samen met de hond, liefst als hij nog een pup is, allerlei verschillende omgevingen, met en zonder veel mensen of andere honden, voor de socialisatie. Neem hem van jongs af aan mee in de auto, of met het openbaar vervoer als dat jouw manier van reizen is. We raden je ook aan deze hond benchtraining te geven. De bench is meer dan alleen een slaapplek voor de hond. Hij wordt ook gebruikt bij bijvoorbeeld de zindelijkheidstraining of voor honden die last hebben van verlatingsangst.
Voor de training van de cane corso wordt aanbevolen om een professionele, ervaren trainer te zoeken, want de hond is vrij koppig. Met de goede training kan de hond echter vrij makkelijk worden getraind. Hij moet worden overtuigd van het nut van zijn ‘werk’, de cane corso zal in dat geval vol overtuiging doen wat er van hem gevraagd wordt. Dit geldt vooral op het gebied van bewaking, want hij is niet alleen een geboren waakhond, hij schrikt individuen met verkeerde bedoelingen ook af!
Activiteiten met een cane corso
Als je een cane corso wil adopteren, zorg dan dat je tijd en ruimte hebt voor je sportieve hond, zodat hij zijn energie kwijt kan. Maak bijvoorbeeld flinke wandelingen met hem, laat hem meelopen naast de fiets of neem hem mee als je gaat joggen. Geef hem vooral ook zijn benodigde training. De cane corso kan goed worden opgenomen in een gezin met kinderen. Als er al katten in het gezin aanwezig zijn, zal dat goed verlopen mits de hond jong, dus als pup, in het gezin komt. Dit hondenras is aanhankelijk en trouw, de hond wil niets liever dan zijn baas(jes) bewaken en beschermen.
Let wel, de cane corso is een wat kouwelijke hond en houdt er niet zo van al die activiteiten buiten te doen bij regen en kou.
De cane corso is echter niet alleen een waakhond, hij is ook ontzettend aanhankelijk en zal snel de vriend van het hele gezin zijn.
De cane corso is sportieve hond. Hij vraagt bepaalde vaardigheden van zijn baas die dan ook liefst al ervaring heeft met honden, en dan het liefst met dogachtigen. De zelfstandige hond heeft veel beweging nodig. Hij gaat het liefst in zijn eentje op avontuur, maar hij aanvaardt wel een baas. Het is van belang dat jij als baas een goede band hebt met jouw cane corso. Je moet het dier goed onder appel weten te houden, hij moet naar jou luisteren. Dit kan je tewerkstelligen door hem als pup goed te socialiseren met mensen en dieren en hem een goede training te geven, liefst professioneel. Werkdrift zit in het bloed van de cane corso, hij zal de training dan ook graag doen.
Als er voldoende activiteiten worden geboden aan deze hond, zal de cane corso thuis rustig zijn. Als hij zijn energie echter niet kwijt kan, zou hij zich wel eens kunnen gaan uitleven op jouw meubels. Aangezien hij zeer krachtige kaken heeft, kan hij flink wat ravage aanrichten! Als je er over nadenkt om een cane corso in huis te nemen, vraag jezelf dan eerst af of je tijd hebt om ervoor te zorgen dat jouw hond zijn energie kwijt kan! Als je die tijd hebt, en ook voldoende overwicht om de hond naar jou te laten luisteren, dan zal je wel een fantastische, aanhankelijke vriend aan de cane corso hebben.
Fysieke kenmerken van de cane corso
De cane corso is een middelgrote hond (60 à 68 cm), hij is fors, sterk en tegelijkertijd elegant gebouwd. Zijn lichaam is flink gespierd (lange spieren). De lengte van het hoofd bereikt 36% van de schofthoogte. De bouw van de hond is eerder lang dan hoog te noemen. Hij heeft duidelijk molosser-achtige trekken.
De vacht van de cane corso
De cane corso heeft een korte, glanzende en erg dichte vacht met een lichte ondervacht. De kleuren van de cane corso zijn zwart, lichtrood, nuances van grijs (licht, donker of leisteen) of van fawn, een soort geelbruin (licht, middel of donker). De lichtrode (formentino) honden hebben een donker masker.
De kop van de cane corso
De cane corso heeft een brede, typisch molosser-achtige kop. De schedel is breed bij de jukbeenderen: de breedte is gelijk aan of groter dan de lengte van de schedel. Hij heeft een gewelfd voorhoofd dat naar het achterhoofd toe tamelijk vlak wordt. De neus is groot en zwart met wijde, open neusgaten. Zijn snuit: is kort ten opzichte van de schedel. Hij heeft middelgrote, licht uitpuilende, ovaalvormige ogen. De cane corso heeft een intelligente en waakse blik. Zijn driehoekige oren hangen. Zijn hals is sterk, nogal droog, gespierd en even lang als de kop.
De lengte en het gewicht van de volwassen cane corso
De schofthoogte van een reu is van 64 tot 68 centimeter, van een teef 60 tot 64 centimeter (afwijkingen van 2 centimeter zowel naar boven als beneden zijn toegestaan).
Het gewicht van een reu ligt tussen de 44 en 50 kilo, dat van een teef tussen de 40 en 45 kilo.
Zorgen voor de cane corso
De cane corso verhaart twee keer per jaar (de rui). Door zijn korte vacht vraagt hij niet veel verzorging: van tijd tot tijd borstelen en een vachtinspectie na elke wandeling is alles wat nodig is. Een vachtinspectie is belangrijk om jezelf ervan te verzekeren dat er geen ongedierte in zijn vacht zit. Lees hier wat je kan doen als je bij de inspectie merkt dat jouw hond een teek heeft.
Het is ook van belang zijn ogen regelmatig schoon te maken. Je kan hem dat het best van jongs af aan leren, zodat hij er op een natuurlijke manier en na verloop van tijd aan went.
Zorg voor tanden en nagels
Zoals voor alle honden geldt, moeten de tanden regelmatig worden gepoetst om de opbouw van tandsteen en de verspreiding van bacteriën tegen te gaan. Om mogelijke pijn en problemen met lopen en rennen te voorkomen, moeten de nagels ook regelmatig worden geknipt. Het is het beste om advies te vragen aan een dierenarts, niet in het minst omwille van de bloedvaten in de nagels van honden. De ogen en oren moeten regelmatig worden gecontroleerd op tekenen van infectie.
Wat eet de cane corso?
Wat eet deze sportieve en energieke hond? Het is belangrijk hem evenwichtige voeding te geven. De hond moet alle belangrijke voedingsstoffen binnenkrijgen die hem genoeg, maar ook weer niet te veel energie geven.
Geef de cane corso pup voeding die speciaal werd ontwikkeld voor puppy’s. Daar zit alles in wat een pup nodig heeft om op te groeien.
Kies voor de volwassen hond brokken die speciaal werden ontwikkeld voor ofwel de cane corso, ofwel voor honden die vergelijkbaar zijn in grootte en gewicht. De brokgrootte is dan aangepast aan hun grote kaken. Daarnaast helpt zulke voeding ook om het ideale gewicht te behouden en om de botten en gewrichten te ondersteunen.
Geef de cane corso twee maaltijden per dag. Dit kan onder andere een maagtorsie voorkomen, een kwaal die vaker bij grote dan bij kleine honden voorkomt. Je leest daar hieronder meer over.
Voorkomende ziektes bij de cane corso
Elleboog- en heupdysplasie
Heupdysplasie (HP) is een erfelijke ziekte waar de cane corso helaas aan kan lijden. Als de pup van een goede, serieuze fokker komt, is die kans kleiner. Heupdysplasie is een ontwikkelingsstoornis. Tijdens de groei van de hond ontwikkelt zich een zekere speling tussen de heupkom. Deze speling heeft bewegingsbeperking en slijtage als gevolg, wat pijnlijk is voor de hond. Bovendien kan dit ook artrose als gevolg hebben. De symptomen zijn ook makkelijk waar te nemen: de hond komt moeizaam overeind, loopt mank en heeft moeite met op een bank springen, of in een auto klimmen. Lees ook ons artikel over heupdysplasie bij de hond. De HP hoeft geen erfelijke oorsprong te hebben. Een te zware fysieke belasting van de hond, voeding met te veel calcium of een trauma kunnen heupdysplasie veroorzaken.
De cane corso kan ook aan elleboogdysplasie (EP) lijden. Dit komt in grote lijnen overeen met heupsdysplasie, behalve dat het in de voorpoten zit in plaats van in de achterpoten. Ook EP kan erfelijk zijn of voortkomen uit een trauma of door calciumrijk eten.
Afhankelijk van elk geval van HP of EP kan de dierenarts een operatie voorstellen of proberen de hond zonder operatie te behandelen, in dat geval met speciale voeding, ontstekingsremmers en bepaalde (spier)trainingen.
Andere ziektes van de cane corso
Cherry eye bij de cane corso
De cane corso is ook vatbaar voor cherry eye, letterlijk vertaald het kersenoog. Een typisch "kersenoog" herken je als volgt: er komt een rond rood bolletje in de binnenste ooghoek van het dier, waardoor het hele oog kan ook rood en ontstoken kan zijn. De hond produceert meer tranen en knippert meer met zijn ogen.
Dierenogen hebben drie oogleden: één aan de onderkant, één aan de bovenkant en één in de binnenste ooghoek. Dit derde ooglid biedt extra bescherming aan het oog in vergelijking met mensen, die maar twee oogleden hebben. Onder het derde ooglid zit een klier verborgen, de nictitaterende klier, die van buitenaf onzichtbaar is. Soms raken de aanhechtingen van de klier echter los en springt deze uit de achterkant van het ooglid. Op dat moment kan de klier opzwellen en geïrriteerd raken. Dit staat bekend als nictitating gland prolapse of cherry eye, vanwege het kersenachtige uiterlijk.
Het kersenoog komt vooral voor bij jonge honden, tot zo’n 2 jaar. Een chirurgische ingreep is dan nodig om de losgesprongen klier weer te bevestigen en zo te voorkomen dat hij weer losspringt.
Ectropion
Ectropion is een vervelende oogafwijking bij honden. Deze aandoening bestaat uit een misvorming van het (vaak onderste) ooglid, verworven of aangeboren, waardoor het bindvlies meer bloot komt te liggen en gevoeliger wordt. Een hond met ectropion is erg vatbaar voor ooginfecties, die het gezichtsvermogen kunnen beschadigen. Deze aandoening wordt behandeld door middel van een chirurgische ingreep. Als die ingreep om wat voor reden dan ook niet kan worden uitgevoerd (door een hoge leeftijd bijvoorbeeld) zijn er oogdruppels en crèmes.
Maagtorsie
Maagtorsies komen regelmatig voor bij honden, en dan vooral bij grote hondenrassen. Zo ook bij de cane corso. Een andere naam voor de maagtorsie is maagkanteling. Een maagtorsie is levensbedreigend voor de hond, het is daarom belangrijk om snel een dierenarts te raadplegen bij het vermoeden. De symptomen van een maagkanteling zijn onder andere een harde en opgezette buik, braken of proberen te braken en rusteloosheid terwijl de hond zwak is en moeilijk of juist heel snel ademhaalt. Een snelle ingreep door de dierenarts is noodzakelijk. Om een maagtorsie te voorkomen, wordt aangeraden het voedsel in meerdere porties per dag te geven, te zorgen dat de hond het eten niet opschrokt, eventueel met een antischrok voederbak, en ervoor te zorgen dat de hond de tijd krijgt zijn eten te verteren. Je kan dus beter niet meteen na de voeding gaan wandelen. Als je meer wil weten over deze gevaarlijke kwaal, lees dan ons artikel over maagtorsie bij honden.
Epilepsie
Epilepsie bij de cane corso is een erfelijke aandoening. In de meeste gevallen kan epilepsie worden behandeld, maar sommige honden hebben helaas geen baat bij een behandeling.
Knikstaart
Deze afwijking aan de staart van de cane corso is aangeboren. De afwijking kan zichtbaar of voelbaar zijn. Soms zit het knikje er al vanaf de geboorte, soms pas na enkele weken. Als het enkel een schoonheidsfoutje is, hoeft de hond er absoluut geen last van te hebben. Het is echter wel aan te raden om er een dierenarts naar te laten kijken, voor het geval er sprake van een skeletprobleem is.
Gescheurde (voor)kruisband
Hiermee heeft zo’n 1 à 2% van de cane corso honden te maken. Een operatie is noodzakelijk voor deze aandoening. Het voornaamste symptoom is hinken.
Alhoewel de cane corso geen broze hond is, kan hij, zoals je hierboven ziet, toch met nare aandoeningen te maken krijgen in zijn leven. Je kan je hierop (financieel) voorbereiden door een verzekering te nemen voor jouw hond.