Moet u uw hond wel of niet steriliseren?

De sterilisatie van een hond heeft zowel voor- als nadelen. Zowel teefjes als reuen kunnen worden gesteriliseerd. Als eigenaar van een hond moet u de voor- en nadelen tegenover elkaar zetten om een weloverwogen beslissing te nemen. Castratie of sterilisatie? Bij castratie worden geslachtshormoon producerende organen verwijderd, bij mannetjes zijn dit de zaadballen en bij vrouwtjes de eierstokken. Bij sterilisatie worden de eileiders of de zaadleiders onderbroken. In de volksmond spreken we meestal over sterilisatie, terwijl medisch gezien honden worden gecastreerd. In dit artikel worden beiden door elkaar gebruikt. Heeft u een kat? Lees dan ook Waarom en wanneer moet ik mijn kat laten steriliseren?

Wanneer laat u uw hond steriliseren?

Een teefje is gemiddeld twee keer per jaar loops, wat wil zeggen dat de hond tweemaal per jaar drachtig kan worden. Er zijn uitzonderingen, zoals bij de Tibetaanse Mastiff en bij alle wolfkruisingen, waarbij het teefje zich slechts eenmaal per jaar kan voortplanten, meestal aan het einde van het jaar. Een reu wordt niet loops.

Sommige dierenartsen raden aan om de teef te laten steriliseren tussen de eerste en de tweede loopsheid, wanneer de hond in de zogenaamde pubertijd is. De pubertijd begint als de hond zo’n 5 maanden oud is.  Die eerste loopsheid vindt plaats:

  • Tussen 6 en 10 maanden bij kleine rassen
  • Tussen 10 en 16 maanden bij grotere rassen
  • Soms nog later bij hele grote rassen

Teefjes kennen geen menopauze. Ze kunnen dus tot op late leeftijd loops worden en zwanger raken. Voor een reu wordt eveneens aangeraden om tot de puberteit te wachten.

Een teefje hoeft zich niet voort te planten. Het vormt voor haar geen enkel psychisch of fysiologisch probleem om nooit drachtig te zijn1. Het is een fabeltje dat teefjes zich moeten voortplanten. 
 

Wat zijn de voordelen van sterilisatie bij de hond?

Bepaalde rassen zijn vruchtbaarder dan andere: een worp kan variëren van één tot vijftien pups! Dat bezorgt het baasje heel wat werk. Hij moet namelijk voor het drachtige teefje en (vooral) voor de jongen zorgen. Bovendien moet het baasje er ook rekening mee houden dat kleine honden niet klein blijven. De eigenaar moet in eerste instantie dus goed nadenken of hij wel een nest met puppy’s wil en kan hebben.

Ook als het teefje eigenlijk nooit in gezelschap is van andere honden, is het nuttig om na te denken over sterilisatie. Een hond kan immers weglopen en een teefje kan daarbij drachtig terug naar huis komen.

Buiten die heel persoonlijke keuze zijn er ook medische voordelen aan de sterilisatie van een teefje:

  • Een gesteriliseerd teefje wordt niet meer loops. De periode van loopsheid (tot 3 weken!) is vervelend voor de hond en voor de eigenaar. Het teefje heeft bloedverlies en er treedt een gedragsverandering op. Sterilisatie zal het teefje rust geven.
  • Een gesteriliseerde teef heeft minder kans op diabetes. Suikerziekte wordt veroorzaakt door een hormoon dat de teef niet meer aanmaakt na sterilisatie. Meer over diabetes bij de hond.
  • Sterilisatie van een teefje maakt een eind aan schijnzwangerschappen en natuurlijk ook aan ongewenste zwangerschappen.
  • De kans op melkklierkanker is veel kleiner wanneer een teefje gesteriliseerd is. Deze kanker komt veel voor bij laat- of niet-gesteriliseerde teefjes en is levensbedreigend.
  • Een gesteriliseerd teefje kan geen baarmoederontsteking krijgen, een levensbedreigende aandoening die 25% van de niet-gesteriliseerde teefjes treft.

De sterilisatie van de reu heeft voornamelijk voordelen op het gebied van gedrag, hij zal niet meer of minder gaan rondzwerven op zoek naar loopse teefjes. Ook zal hij minder (hormoongedreven) agressie tonen, vooral naar andere reuen. De medische voordelen van de reu zijn als volgt:

  • Alle niet-gecastreerde reuen krijgen een prostaatvergroting. Daar hoeft de hond geen last van te hebben maar het verhoogt wel de kans op een prostaatontsteking.
  • Castratie vermindert de kans op een tumor van de perianaalklier.
  • De hond heeft ook minder kans op perineale hernia (een breuk in het gebied rond de anus)
  • Ten slotte, als de zaadballen zijn weggehaald, kan de hond geen zaadbalkanker krijgen, een vrij veel voorkomende ziekte onder niet-gecastreerde reuen.

Wees gerust, het waak- of jachtinstinct van uw hond blijft hetzelfde. 

Wat zijn de nadelen van sterilisatie van de hond?

Buiten het feit dat de kans bestaat dat u om de zoveel tijd met een nest puppy’s komt te zitten, die uiteindelijk allemaal een baasje moeten vinden en helaas vaak in een asiel terechtkomen, zijn er ook andere nadelen bij een castratie:

  • Een gesteriliseerde hond heeft de neiging om bij te komen. Dit omdat een gesteriliseerde hond tot 30% minder energie verbruikt. Besteed dan ook voldoende aandacht aan de voeding en geef uw huisdier voldoende beweging om het risico op zwaarlijvigheid te vermijden. 
  • Volgens sommige fokkers toont een reu soms "moeilijker" gedrag na een castratie.
  • De vacht van de hond kan doffer worden. De hond heeft hier zelf absoluut geen last van.
  • De hond heeft na sterilisatie een verhoogd risico op incontinentie. Weet dat enkele rassen een hoger risico lopen, en dan vooral de boxer, de Ierse Setter, de Weimaraner (Weimarse staande hond) en de dwergpoedel. De juiste medicatie kan incontinentie beperken of zelfs vermijden, raadpleeg hiervoor uw dierenarts.

De kosten van een castratie kunnen via het Preventiepakket van uw hondenverzekering of in bepaalde gevallen via het terugbetalingspercentage van uw verzekering worden vergoed. Bekijk hier onze hondenverzekeringen.

Santévet informeert hondeneigenaars. Lees bijvoorbeeld ook meer over Wat u kan doen als uw hond een teek heeft.

1 : http://nl.scienceaq.com/Biologie/100716323.html