Wat is diabetes bij honden?
Het verschil tussen diabetes type 1 en 2
Diabetes of suikerziekte is een aandoening die te maken heeft met de suikerregulatie. Bij diabetes type 1 is de natuurlijke aanmaak van insuline door de alvleesklier van de hond verminderd. Bij diabetes type 2 verzetten de cellen van de organen zich tegen de werking van deze insuline. In beide gevallen is het glucosegehalte, dus het suikergehalte, in het bloed van de hond verhoogd. Dit noemt men hyperglycemie.
Hoe krijgt een hond diabetes?
Diabetes komt 2 tot 3 keer vaker voor bij teven dan bij reuen. Diabetes komt het meest voor bij honden tussen 6 en 10 jaar.
Er zijn ook hondenrassen, zoals de Beagle, Cairn terrier, Poedel, Keeshond, Dwergpinscher, Teckel en Australian Terrier, waarbij een erfelijke aanleg voor suikerziekte voorkomt.
Verdere oorzaken van suikerziekte bij honden zijn:
- Obesitas: waarschijnlijk de meest voorkomende oorzaak van diabetes.
- Bepaalde medicijnen (corticoïden, verschillende hormonen, enz.), want die kunnen diabetes bevorderen: cortisol, schildklierhormonen, groeihormonen, enz.
- Een alvleesklierontsteking. De alvleesklier maakt te weinig insulinehormonen aan.
- Loopsheid van het teefje. Loopsheid kan immers zwangerschapsdiabetes opleveren.
- De ziekte van Addison, waarbij de bijnieren onvoldoende werken.
- De ziekte van Cushing, een storing in de hormoonhuishouding.
Wat zijn de symptomen van diabetes bij honden?
Hoe gedraagt een hond zich als hij diabetes heeft?
De typische symptomen van diabetes bij de hond zijn:
- Meer dorst en veel drinken.
- Meer en vaker honger hebben.
- Vaker en meer plassen, de urine is plakkerig.
- Vermageren.
Andere symptomen die minder vaak voorkomen zijn infecties aan bijvoorbeeld de huid of urinewegen en cataract.
Honden met diabetes zien er meestal niet ziek uit, dit wordt ongecompliceerde diabetes genoemd. In enkele gevallen ziet men echter wel dat honden ziek zijn (gecompliceerde diabetes), dit betekent dat afvalstoffen zich ophopen in het bloed en zo het bloed vergiftigen. We spreken van ketoacidose. In dat geval zijn de symptomen:
- Verlies van eetlust;
- Depressie;
- Uitdroging;
- Weinig energie;
- Braken.
Een hond met diabetes die ketoacidose heeft, heeft allicht een te lange tijd te weinig insuline gekregen. Dit heeft een invloed op de suikerregulatie. Deze situatie kan heel gevaarlijk zijn voor de hond met suikerziekte.
Als het glucoseniveau extreem laag is, kan diabetes leiden tot het overlijden van de hond.
Als uw hond één of meer typische symptomen van diabetes heeft, kunt u dit bespreken met de dierenarts, die dan onderzoeken zal doen. In geval van symptomen die duidelijk laten zien dat uw hond ziek is, is het belangrijk om zo snel mogelijk naar de dierenarts te gaan.
Wat is diabetes insipidus?
Graag vestigen we uw aandacht ook nog op een ander fenomeen dat gepaard kan gaan met een hond met diabetes. Het gaat hier om diabetes insipidus. Wat is dat nu? Wel, het is een - gelukkig - zeldzame aandoening bij honden. De nieren zijn daarbij niet meer in staat om de urine te concentreren. Dit is de andere variant van diabetes, naast diabetes mellitus. Bij diabetes insipidus zal de hond veel moeten drinken en plassen. De urine is helder van kleur.
Er zijn twee soorten diabetes insipidus:
- Centrale diabetes insipidus: in de hypofyse wordt er te weinig ADH aangemaakt (anti-diuretisch hormoon).
- Nefrogene diabetes insipidus: de nieren reageren niet meer goed op het ADH. Dit is erfelijk.
Hoe kan de dierenarts vaststellen dat een hond suikerziekte heeft?
De dierenarts kan de diagnose diabetes stellen door een bloedonderzoek en urineonderzoek, om te onderzoeken of er in de urine een verhoogd glucosegehalte aanwezig is. Hyperglycemie (verhoogd suikergehalte) is echter niet altijd voldoende om diabetes vast te stellen. Met behulp van een echografie kan de alvleesklier onderzocht worden. Soms is enkel een bloedonderzoek nodig.
Als de diagnose diabetes is gesteld, zal de dierenarts een behandelplan opstellen.
Welke medicijnen en behandelingen krijgt een hond met suikerziekte?
Bij mensen, en ook bij katten met diabetes, is het doel van de behandeling de bloedsuikerspiegel perfect onder controle te houden. Bij honden zijn de doelstellingen van de behandeling echter:
- Het verbeteren van de ziektesymptomen;
- Het bevorderen van een zo goed mogelijke levenskwaliteit van het dier en zijn baasje(s) (bijvoorbeeld door urineschade in huis of frequente uitstapjes ’s nachts te voorkomen);
- Het zoveel mogelijk voorkomen dat glucose in de urine wordt aangetroffen;
- Het vermijden van complicaties die verband houden met diabetes (bijvoorbeeld cataract, ophoping van ketonlichamen in het bloed, enz.).
Om deze doelstellingen te behalen, geven we de hond injecties met synthetische insuline.
Die injecties moeten tweemaal per dag onder de huid worden gegeven, voor de rest van hun leven. De dierenarts zal dit voordoen, want de hondeneigenaar zal de injecties zelf moeten geven. Eerst moet de juiste hoeveelheid van de insuline vastgelegd worden. Daarom zijn regelmatig controles nodig. Wanneer de juiste dosering is gevonden en uw hond duidelijk aan de beterhand is, is er om de zes maanden een controle.
Bij urineonderzoek kan het volgende worden vastgesteld:
- De afwezigheid van glucose. Dit kan erop wijzen dat de bloedsuikerspiegel perfect onder controle is of dat de insulinedosis te hoog is.
- Een beetje glucose. Dit geeft aan dat de bloedsuikerspiegel te hoog is.
- Veel glucose. Dit geeft waarschijnlijk aan dat de insulinedosis moet worden verhoogd.
Het wel of niet ophogen of verlagen van de dosis insuline wordt uitsluitend besloten door de dierenarts.
De respons op insulinebehandeling is over het algemeen zeer bevredigend.
Welke voeding geeft u een hond met diabetes best?
Naast de medicatie die de dierenarts de hond zal voorschrijven, is een speciaal dieet ook belangrijk. De juiste voeding kan uw hond helpen zijn metabolisme en glucosegebruik te verbeteren en de insulineactiviteit in zijn cellen normaal te houden.
Het dieet zal voornamelijk uit natvoer bestaan, want dit bevat minder suiker en meer water dan droogvoer. Er gaat een grote hoeveelheid water verloren in de urine, en door natvoer (blikvoer) aan uw hond te geven krijgt hij een grote hoeveelheid water binnen. Dit houdt hem gehydrateerd.
Hou ook goed rekening met het gewicht van de hond. Als uw hond overgewicht heeft, moet hij afvallen (ongeveer 1-2% van zijn totaalgewicht per week). Een hond met diabetes die op zijn ideale gewicht zit, kan niet-afslankend diabetisch voer eten.
Af en toe een tussendoortje mag meestal nog wel, maar dan met mate. U kunt extraatjes of gewoon hondenbrokken aan uw hond geven door middel van voedselspeeltjes. Een voedselspeeltje is een voorwerp waarin brokjes of snoepjes zitten. De hond moet moeite doen en bewegen om ze uit het speeltje te krijgen en op te eten. Dit kan helpen als uw hond gewicht moet verliezen omdat hij:
- meer beweegt.
- slechts kleine porties voedsel per keer eet, wat voorkomt dat een grote hoeveelheid suiker in één keer in zijn bloedbaan terechtkomt en vervolgens wordt omgezet in vet.
- langzamer eet, wat een betere spijsvertering en een verzadigd gevoel bevordert.
De levensverwachting van een hond met diabetes
Als de diabetes van uw hond wordt behandeld zoals hierboven beschreven, kan uw hond eenzelfde leven leiden als zijn soortgenoten zonder suikerziekte (gezonde honden), en net zo lang leven.
De verschillende hondenrassen en diabetes
Een zieke hond is nooit leuk. Als baasje wilt u zo goed mogelijk voor uw hond zorgen. Er zijn een aantal rassen die gevoeliger zijn voor diabetes. Vooral de teef kampt met dit probleem. Gelukkig zijn er ook een aantal rassen waarbij diabetes echter bijna nooit voorkomt. Enkele voorbeelden zijn de Duitse herder en Rottweiler. De eigenaar van zo'n hond mag zich gelukkig prijzen.
De kosten van de behandeling van diabetes bij de hond
De kosten voor de behandeling van diabetes bij honden zijn in het begin van de behandeling het hoogst, de hond komt dan regelmatig bij de dierenarts voor controles om de juiste hoeveelheid insuline te bepalen. Als dat gebeurd is, zijn er nog de kosten van insuline-injecties en voeding. Afhankelijk van de dosis insuline en de voeding van uw hond kunnen de kosten oplopen van € 40 tot wel € 200 per maand.
Ontdekken :
SantéVet, de specialist in dierenverzekeringen, biedt volledige dekking voor dierenartskosten als gevolg van diabetes bij honden en ook bij katten. Sluit deze verzekering af voordat er diabetes wordt vastgesteld.